Vallée de la Loire

In 2020 gingen we op reis naar Valléé de la Loire. We namen de fietsen mee.
Het werd een leuke afwisseling tussen wandelingen en fietstochten langs de Loire en
het bezichtigen van kastelen.
Het Loiredal is het gebied in de omgeving van de rivier de Loire en staat bekend vanwege
de grote biologische diversiteit en de rijkdom aan cultureel erfgoed. In het gebied bevindt
zich een groot aantal historische dorpen en steden, maar het dal is vooral bekend vanwege
de vele kastelen.
Wij verbleven zowat middenin dit Loiregebied. In het dorpje Saint-Martin-de-la-Place. Een perfecte uitvalsbasis voor heel wat leuke
uitstappen langsheen de Loire. Het hotel was super, mooie kamer, lekker eten, leuke terrasjes, mooi grote tuin en een zalig zwembad. Er
was ook een fietsenstalling met oplaadmogelijkheden voor een elektrische fiets.





De eerste tocht met onze fiets was richting Saumur. Een fietspad, heel smal fietspad, bracht ons tot in het centrum. Het was wel leuk
fietsen langs de Loire.
Saumur ligt in de wijnstreek van de Loirevallei.
Hoog boven de stad torent het kasteel waar je een prachtig uitzicht over de Loire hebt.
In het centrum liggen verschillende restaurants met gezellige terrassen. Het plein werd vrolijk opgeluisterd met kleurrijke paraplu's die
ondersteboven hangen. Leuk voor enkele foto's.
Het was er heel druk. Het zonnetje straalde, perfecte pix voor een op en top vakantiegevoel.






Nadat we het stadje hadden kunnen verkennen, reden we hogerop. Een serieuze klimpartij. Gelukkig hadden we elektrische fietsen.
Amaai... afzien! Knap lastige hellingen. Maar een prachtig zicht eens je boven was.
Het voordeel hier van de fiets te nemen, is dat je via nauwe, verborgen straatjes komt. Zo werden we onverwachts getrakteerd op deze
mooie plek: Souzey-Champigny. Echt de moeite om je fiets eventjes aan de kant te zetten en even op verkenning te gaan. Prachtig! Huizen
waren uitgehouwen tussen de rotsen.






Wat verderop reden we door naar Montsoreau. Daar zie je langs de Loie in de hoogte weer een kasteel.



Een andere dag reden we met de auto naar Rochemenier.
Het is een toeristische stad beroemd om haar troglodietendorp.
Ontdek twee oude boerderijen met huizen en bijgebouwen gegraven in de falun, een ondergrondse kapel en gemoderniseerde huizen.
Het meubilair, de werktuigen van de velden, de wijnstok en de wijn, de oude foto's, het kippenhok komen om dit nog recente
ondergrondse plattelandsleven te illustreren.






In de namiddag reden we door naar Maulévrier en konden er de mooie Botanische tuin bewonderen.
Ideaal bij deze zomerse temperaturen.
Het Parc Oriental van Maulévrier in de Mauges heeft de grootste Japanse tuin van Europa.
Echt een idyllische plek. Ik kon er mijn hartje ophalen om prachtige foto's te nemen.
Je kan daar echt uren slenteren en genieten in deze prachtige tuin. Zeker een aanrader om te doen als je in de buurt bent.
Je denkt echt dat je in het Verre Oosten bent. In het Parc Oriental van Maulévrier groeien en bloeien 400 verschillende soorten planten en
bomen. Dergelijke serene tuinen vind je ook in Japan. Het beekje is de symbolische getuige van het leven, dat van oost naar west in het
kielzog van de zon stroomt. Prachtig zijn ook de meditatieheuvel, de typische rode brug. Een trekpleister voor toeristen. Iedereen wou wel
een foto bij die rode brug nemen. Het was er heel druk.









De volgende dag reden we tot in Chinon. Na een kort bezoek aan Chinon met het mooie kasteel hoog boven de oevers van de Loire, reden
we met onze fietsen naar Château de Rivau. Een serieuze fietstocht met opnieuw heel wat klimwerk onderweg. We reden langs smalle
weggetjes en zelfs over het gras en de weide. Hilarisch. Plots liep het fietspad niet verder en daar stonden we midden een weiland.



Chateau de Rivau langs de Loire bereikten we met onze fiets na een klim.
Het kasteel trekt vele bezoekers door zijn geschiedenis, maar vooral voor de sprookjesachtige tuinen. In de veertien tuinen vindt men
meer dan 450 verschillende rozen, die worden voorgesteld in een hedendaagse sfeer, dankzij de beeldhouwwerken en exposities van
levende kunstenaars. De tuin is werkelijk waar prachtig aangelegd.
Er zijn leuke verwijzingen naar sprookjes. Dus zeker leuk voor gezinnen met kinderen om hier eens langs te komen.
Je kan het kasteel ook binnen bezichtigen.







Met de auto reden we naar Tours. Toch wel een grotere stad aan de Loire.
Tours is de hoofdstad van de Touraine, en ligt in het hart van de schitterende regio van de Loire kastelen.
Tours is gekend om zijn mooie vakwerkhuizen op place Plumereau.
Het is gezellig kuieren in de middeleeuwse straatjes.
Ook de place Plumereau is zeer gezellig om een drankje te drinken en de mensen te bespieden.
Wij waren er al vroeg, maar tegen de middag was het al snel heel druk daar.









Een andere dag trokken we naar Château de Villandry. Een kasteel in renaissancestijl.
Een prachtig kasteel met uitgestrekte tuinen.
Het kasteel is vooral bekend vanwege zijn tuinen in 16e-eeuwse stijl. Er zijn een moestuin, een groentetuin, kruidentuin en een
bloementuin verdeeld over verschillende terrassen. De tuinen zijn afgezet met groene taxus- en buxushagen.
De tuinen konden ons echt bekoren. Echt genieten en relaxen. Via een weg naar boven krijg je een mooi zicht op de tuinen van bovenaf
gezien. Je kan daar echt uren rondlopen.













Met de fiets reden we naar Gennes. Leuk fietsen langs de Loire. Onderweg hielden we hier en daar even halt bij het blauw heldere water.
Onder alweer een staalblauwe hemel en een zalig zonnetje gingen we op zoek naar de dolmen en naar een amfitheater.
Het was eventjes zoeken om die te vinden. Maar wie zoekt die vindt!











Een volgende dag bracht ons bij Château de Brissac. Onder een prachtige blauwe hemel en stralende zon bezochten e het kasteel en de
mooie tuin. Je kan er ook wijn kopen in de wijnkelder van het kasteel zelf.
Het hoogste kasteel van Frankrijk, Brissac, met zeven verdiepingen en 204 kamers, verdient zijn bijnaam van "Reus van de Loire-vallei".
Het kasteel op vijftien kilometer van Angers.
Het kasteel en zijn tuin zijn zeer goed onderhouden. Om ons bezoek af te ronden dronken wij er nog iets fris op het terras.












We reden nadien door naar Lac de Ardoisière.
Een prachtig felblauw meer. We wandelden rondom het meer. Het was er snikheet en het zand stofte onder onze voeten. De zon
schroeide op onze huid.
Het leisteenpark is ingericht om u te verwelkomen: wandelingen of fietstochten op de paden, maar ook duiken in de diepblauwe meren.



Pont de Cé was onze volgende bestemming.
Blijkbaar wel gekend en toeristisch. Op de parking stonden veel auto's en mobilhomes.
Een charmante stadje Maine-et-Loire. Les Ponts-de-Cé vindt plaats op een paar kilometer van Angers in het hart van de Loire-vallei. Het is
gelegen aan de oever van de Loire, gekruist door vele bruggen die het zijn naam geven.
Er was ook een klein strandje waar de zonnekloppers gebruik van maakten. Wij hielden het bij een wandeling langs het water en door het
stadje.





Met onze fiets reden we naar Le Thoureil.
Aan de zuidoever van de Loire strekt het dorp zich uit, tussen ruimen en heuvels, de prachtige tufstenen huizen en de traditionele boten.
De Thoureil is een rijk historisch en architectonisch erfgoed. Een klein en verlaten dorpje tussen de weilanden.








Ook de moeite waard is Château de Brézé. Een heel mooi kasteel zowel binnenin als van buitenaf mooi om te bezichtigen.
Een ondergronds gangenstelsel brengt je naar mooi bewaarde kamers van vroeger. Zelfs een bakoven bleef er goed bewaard. Ook aan de
buitenkant kan je helemaal rond het kasteel wandelen in een omwalling.
Zeker eens bezoeken als je in de buurt bent. Ze verkopen er ook eigen wijn en op een terrasje kan je alvast een glaasje proeven.

















De laatste dag van onze reis bezochten we nog een bloemenpark Les Chemins de la Rose.
We hadden een beetje pech dat vele bloemen al uitgebloeid waren. Maar de pauwen maakten ons bezoekje goed.
Er is ook een leuk terrasje tussen de bloemen om iets te drinken.





Maak jouw eigen website met JouwWeb